Familiebedrijven uit schaduw
vrijdag 09 februari 2007
Gepubliceerd in Info Regio
Familiebedrijven verdienen meer aandacht.
Ze vormen de hoeksteen van de Nederlandse samenleving, maar hun rol blijft vaak onderbelicht. Dat vindt interim-voorzitter Jan Prins van het pas opgerichte Platform Familiebedrijven. Als eigenaar van een groot familiebedrijf spreekt hij uit ervaring. “Wij willen meer begrip kweken voor de specifieke problemen van familiebedrijven en hun bedrijfsbelang voor ons land.”
Zijn familiebedrijven belangrijk voor de economie?
“Ja zeker, zo’n tachtig procent van alle Nederlandse bedrijven is niet beursgenoteerd, maar zorgt wel voor vijftig procent van de werkgelegenheid,” legt interim-voorzitter Jan Prins van het Platform Familiebedrijven uit. Prins is directeur van het familiebedrijf Priva Holding en lid van de werkgeversorganisatie VNO-NCW Westland. “De meeste ondernemingen zijn al vele generaties in handen van één familie. Hun bijdrage is belangrijk voor Nederland, maar de ondernemers werken altijd zo hard dat ze weinig tijd hebben om naar buiten te treden. De grote beursgenoteerde bedrijven staan daarentegen voortdurend in de belangstelling. Het is daarom hoog tijd dat familiebedrijven duidelijker hun stem laten horen.”
Waarom is een familiebedrijf zo speciaal?
“Kenmerkend voor een familiebedrijf is dat zowel de financiering als de arbeidskracht afkomstig zijn uit de familie. De medewerkers hebben daardoor een hechte band, die de continuiteit van het bedrijf ten goede komt en een zekere kwaliteit waarborgt. Ik sta zelf op het punt om Priva over te dragen aan mijn kinderen. Zo hoop ik een bepaalde bedrijfscultuur te laten voortbestaan. Als het bedrijf in vreemde handen overgaat, dan heeft dat toch bepaalde consequenties. Als sterke voorstander van familiebedrijven, vind ik het volkomen terecht dat ze zich meer profileren”
Vertelt u eens over uw rol in het platform.
“Ik ben jarenlang voorzitter geweest van de fiscale werkgroep van familieondernemingen van VNO-NCW. Mijn ervaring uit deze periode zal ik voorlopig blijven inzetten voor het platform, dat veel breder zal zijn van opzet. Ik wordt in mijn taak bijgestaan door D. Scherjon en P. Dijkmeester. Dit zijn twee secretarissen, die over veel organisatorische en fiscale kennis beschikken en het Platform inhoudelijk een sterke invulling zullen geven.”
“Het Platform voor familiebedrijven kwam op 16 mei tot stand in het kantoor van VNO-NCW. Bij het platform zijn vijftienhonderd middelgrote en grote familieondernemingen aangesloten. De leden komen uit alle regio’s van VNO-NCW. Het platform zal drie tot vier keer per jaar vergaderen. Doel is om oplossingen aan te dragen, die leiden tot een verbetering van de positie van familiebedrijven in Nederland. In september vond de tweede ledenvergadering plaats.”
Wat doet het platform voor zijn leden?
“Het Platform heeft een enquete gehouden onder de leden en daarbij kwam de opvolging als belangrijk onderwerp naar voren. Ook ik erken dat de overdracht naar de volgende generatie risico’s in zich draagt. Er kunnen spanningen optreden tussen ouders en kinderen over het toekomstige bedrijfsbeleid. Samen met De Baak, het opleidingscentrum van VNO-NCW, richten we daarom een opvolgingsacademie op. Jonge managers kunnen hier problemen met elkaar bespreken over het familiebedrijf. Dat is goed voor de onderlinge contacten.”
Wat kunnen ze nog meer verwachten?
“Het platform zal verbeteringen nastreven voor familiebedrijven op fiscaal, economisch en opvolgingsgebied. Ook zal het forum sprekers uitnodigen om van gedachten te wisselen over de specifieke problemen van familiebedrijven. Van belang zijn natuurlijk ook de sterke kanten. Een familiebedrijf is in staat om in tijden van economische teruggang, snel werkgelegenheid te creëeren dankzij de korte beslissingslijnen. Ook kan het familiebedrijf de komende jaren een bijdrage leveren aan het bevorderen van de export.”
Waar lopen familebedrijven tegenaan?
“Als de economie terugloopt, onstaat dikwijls verborgen financieel leed. Het management wil het personeel zo lang mogelijk in dienst houden en om kosten te besparen moet het interen op de reserves. Als de economie weer aantrekt staat het bedrijf er financieel minder goed voor. De bank is bovendien vaak niet bereid om nieuwe investeringen te financieren. Een ander probleem is de overdrachtsbelasting, die in Nederland 25 procent van het ondernemersvermogen bedraagt. Een bedrag dat door de meeste ondernemers niet is op te brengen. Om nog maar niet te spreken van de torenhoge succesieafdracht bij overlijden van de eigenaar. Bedrijven aan de beurs hebben daar veel minder last van.”
Heeft u oplossingen voorhanden?
“Het moet mogelijk zijn om snel tot kostendeling te komen als het economisch minder gaat. Te denken valt aan verkorte werktijden zoals gedeeltelijk ontslag. Ook is koopkrachthandhaving gewenst zonder stijging van de loonsom door verhoging van de werknemerslasten. Flexibele kredietverstrekking is nodig voor groeiende bedrijven die snel geld nodig hebben. Een bedrijf moet ook in staat zijn om de overdrachtsbelasting door te schuiven naar de volgende generatie, die past aflost bij verkoop. De succesiebelasting tenslotte moet verdwijnen om te voorkomen dat nog meer familiebedrijven vertrekken naar België.”
door Jessica de Jong