Skip to main content

Mens

Leerstoel overheidscommunicatie

donderdag 27 april 2006

Gepubliceerd in Communicatie 

Roelf Middel is de eerste lector overheidscommunicatie in Nederland. Hij vindt het belangrijk om de meerwaarde van communicatieadviseurs bij de overheid aan te scherpen.

“Zij moeten de organisatie het perspectief van de buitenwereld voorhouden. Ook moeten ze de kunst beheersen om dorre gegevens tot leven te wekken.”

“De overheid kampt met een saai imago. Ik kan dit beeld niet veranderen, maar vanuit de leerstoel Overheidscommuncatie aan de Hogeschool van Utrecht kan ik wèl voor het voetlicht brengen hoe interessant de communicatiepraktijk is van het openbaar bestuur. Studenten moeten niet alleen uit boeken halen hoe zij de relatie tussen overheid en burger kunnen verbeteren, maar juist de praktijk opzoeken. Alleen door de diepte in te gaan, komt de schoonheid van dit vakgebied tot zijn recht.”

Aan het woord is Roelf Middel (1950), de eerste lector overheidscommunicatie in Nederland. Zijn benoeming vond vorige maand plaats op voordracht van de Hogeschool Utrecht. Het is de eerste keer dat een instelling voor hoger onderwijs een leerstoel voor overheidscommunicatie inricht. Middel werkte eerder in diverse communicatiefuncties bij de Rijksuniversiteit van Utrecht en de Rijksvoorlichtingsdienst. Hij zal de leerstoel parttime bekleden in combinatie met zijn functie als algemeen directeur van adviesbureau Tappan Communicatie.

Uitdagend

“Overheidscommunicatie is vaak uitdagender dan kennisoverdracht in het bedrijfsleven,” verklaart Middel zijn liefde voor dit vakgebied. “De maatschappelijke relevantie spreekt me aan. Ook wil ik de complexiteit van de onderwerpen vereenvoudigen. Daar komt bij dat de overheid mij als burger vaak niet behandelt zoals ik wil. Ik hou van snelle en duidelijke besluitvorming. De afhandeling van communicatievraagstukken bij de overheid vraagt om andere accenten dan in overige beroepssectoren. “Alles wat de overheid doet vindt bij wijze van spreken plaats in een glazen huis.”

In de Wet openbaarheid van bestuur staat dat politieke besluitvorming zichtbaar en controleerbaar moet zijn. Deze regel maakt overheden echter relatief kwetsbaar. Nederland kent een poldermodel wat leidt tot veel overleg en compromissen waardoor vaak ingewikkelde wetten tot stand komen, die moeilijk uit te leggen zijn. Het gaat redelijk goed met de overheidscommunicatie in Nederland, maar het moet nog beter,” meent de kersverse lector. “Het aantal communicatieadviseurs is in de laatste tien jaar verdubbeld naar ongeveer 5000 mensen, maar de relatie met de burger is niet twee keer zo goed. Het is daarom van belang om de komende jaren scherper aan te geven waaruit de meerwaarde van dit vakgebied bestaat.” 

Stembiljet

Goede kennisoverdracht houdt rekening met de ontvanger. Middel: “Dorre gegevens zeggen niks. Het is de kunst om informatie tot leven te wekken. Ook is het van belang om de organisatie het perspectief van de buitenwereld voor te houden.” Hij staat plots op en komt terug met het stembiljet voor de gemeenteraadsverkiezingen. “Dit ‘oproepingsbiljet’ is bedoeld voor burgers om mee te gaan stemmen. Noem het gewoon een stemkaart en maak niet zo’n vodje.”

In de presentatie van informatie kan ook de overheid alle kanten op. “Experimenteren kan geen kwaad. Er zou bijvoorbeeld meer variatie in de benadering van burgers kunnen komen. Ook moeten overheidsfunctionarissen voor meer helderheid pleiten in hun eigen organisatie. Ze moeten niet afwachten tot een ingewikkelde bijstandsregeling klaar is, maar eerder met suggesties komen.”

Bij de voorbereiding van de leerstoel waren ook landelijke organisaties op het gebied van openbaar bestuur en communicatie betrokken, zoals de Beroepsvereniging Voor Communicatie (BVC) en de Vereniging Voor Overheidscommunicatie (VVO). Beide verenigingen praten al jaren over een fusie maar dat komt er maar niet van. Middel: “Ik ben voorstander van een koepeloganisatie voor communicatiefuncties. De nieuwe leerstoel aan de Hogeschool in Utrecht moet geen eilandje worden. Om redenen van onafhankelijkheid was ik niet eerder verbonden aan welke vereniging dan ook, maar ik denk dat ik me nu maar eens bij de VVO ga aanmelden als lid.”

door Jessica de Jong