Skip to main content

Vrouw

Haken topvrouwen sneller af dan topmannen?

vrijdag 10 februari 2012

Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad

Wat is er aan de hand in Nederland? De ene na de andere topvrouw zwaait af. Niet alleen in het bedrijfsleven, maar ook daarbuiten.

Gooien topvrouwen sneller de handdoek in de ring als ze de top bereikt hebben? Het vertrek van twee topvrouwen in korte tijd, Carla Smits bij telecombedrijf KPN en Annemieke Nijhof bij ingenieursbureau Grontmij, doet dat wel vermoeden. Vrouwelijke topbazen dreigen ook  weg te gaan in andere sectoren zoals Agnes Jongerius bij FNV Bondgenoten en Nurten Albayrak bij Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).  Jikkie van der Giessen is onlangs opgestapt bij Codarts Hogeschool voor de Kunsten.

Als er weer  een topvrouw opstapt is dat landelijk nieuws. Maar de cijfers wekken niet de indruk dat het er veel zijn die weggaan.  ‘Ik verwachte vooraf wel dat er meer topvrouwen waren opgestapt dan erbij waren gekomen,’ zegt onderzoeker Ans Merens van het Sociaal en Cultureel Planbureau, van haar verschijnt in juni een artikel over de in- en uitstroom van topvrouwen in het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken. ‘Maar er gaan juist minder vrouwen weg en er komen er meer bij.’

Tussen 2009 en 2011 traden er vijf vrouwen (4 procent) toe in de raad van bestuur bij een beursgenoteerde onderneming. Er is een vrouw opgestapt (1 procent).  Bij mannen zijn er 108 (96 procent) bijgekomen en 122 mannen (99 procent)weggegaan. Merens:  ‘Wel zijn er verhoudingsgewijs veel minder topvrouwen dan mannen. Als er een vrouw vertrekt , keldert het percentage veel sneller dan als er een man vertrekt.’

Het lastige is bovendien dat er voor het bedrijfsleven geen gegevens beschikbaar zijn over de uitstroom van vrouwen uit de subtop. ‘In de laag onder de top vertrekken veel vrouwen,’ zegt Lizzy Venekamp van Opportunity in Bedrijf. Bekende namen zijn: Pamela Bouwmeester, Pauline van der Meer Mohr, Angelien Kemna en Alexandra Schaapveld. ‘En dat is een punt van zorg,’ zegt Venekamp. ‘Vrouwen moeten zich wel blijven kwalificeren.’

Er is weinig bekend over de redenen waarom topvrouwen afhaken. Merens  ‘Van de tweehonderd bedrijven die meedoen aan Talent naar de Top houden er slechts 25 procent exitgesprekken om ongewenst vertrek te voorkomen. Bedrijven zouden dit veel meer kunnen doen.’ De vertrekredenen van vrouwen lijken in het clubje van opgestapte topvrouwen echter niet veel anders dan bij de mannen.

Een verschil van mening of een conflict met de topbaas over de koers, de taakinvulling of de leiderschapsstijl blijkt vaak een reden om op te stappen. Zo laten niet alleen Carla Smits en Annemieke Nijhof zien, maar ook Marjan Oudeman. Zij  vertrok in 2010 bij Tata Steel omdat ze het niet eens werd over de koers met haar nieuwe Indiase bazen. Angelien Kemna  vertrok net als honderd leidinggevenden vrouwen vanwege het kille klimaat onder het bewind van de Belgische topman Michel Tilmant.

Maar het bekendste voorbeeld is toch wel dat van Marike van Lier Lels. Zij werd vijf jaar na haar aanstelling ontslagen uit de directie van Schiphol. Aanleiding was een conflict over de koers van de luchthaven met oud bestuursvoorzitter van Schiphol, Gerlach Cerfontaine. Van Lier Lels: ‘We hadden geen ruzie moeten maken, dan was het beter afgelopen. Het is een groot probleem dat zoveel vrouwen vlak onder de top afhaken. Vrouwen denken toch sneller, doe het dan maar zonder mij. Dat geldt ook voor mijzelf. Mannen schikken sneller in.’

Geen promotie of andere functie krijgen is een andere reden voor vertrek ondervond Pamela Boumeester bij NS. Zij legde eind 2009 haar functie neer. Boumeester zag geen ‘perspectief’ meer bij NS twee jaar na de komst van de nieuwe topman Bert Meerstadt.  ‘Er was voor mij geen mogelijkheid om door te groeien naar de NS directie. Ook was er geen andere grote klus voorhanden die mij zo aantrekkelijk leek dat ik nog een aantal jaar had willen blijven.’

‘Vastlopen’ is de hoofdreden waarom veel topvrouwen voortijdig vertrekken bij een bedrijf, zo blijkt uit een schaarse studie van Opportunity in Bedrijf over de regretted losses- oftewel de betreurde verliezen.  Vrouwen noemen uiteenlopende redenen waarom ze vertrekken, zo blijkt uit het onderzoek. Een daarvan is dat ze niet snel genoeg promotiekansen krijgen om meer uitdaging te krijgen in het werk.

Een derde struikelblok is het ontbreken van draagvlak in de organisatie. Topvrouw Jacqueline Rijsdijk slaagde er niet in om een deel van de mannelijke managers bij ASR  Verzekeringen voor zich te winnen (zie inzetje).  Ook Agnes Jongerius kreeg een deel van haar achterban niet mee voor een reorganisatie van FNV Bondgenoten. COA bestuursvoorzitter Nurten Albayrak en directeur Jikkie van der Giessen van Codarts kwamen ten val door klachten van sommige medewerkers.

Topvrouwen kunnen minder makkelijk hun stempel drukken dan mannelijke leiders, zo blijkt uit een Noorse studie van de Norwegian School of Management.  Zij moeten volgens de onderzoekers als vrouw tussen de mannen meer weerstand overwinnen. Als zij niet oppassen kan hierdoor het effect van hun invloed in een bestuur afnemen. Vrouwen hebben nog steeds last van de negatieve beeldvorming van veel hooggeplaatste mannen over vrouwelijk leiderschap.

Wat gebeurt er eigenlijk met de vertrokken vrouwen? Komen zij ooit op hun oude niveau terug?  Carla Smits is in between jobs. Angelien Kemna en Marjan Oudeman zijn nog steeds werkzaam op hoge functies in het bedrijfsleven. Pauline van der Meer Mohr heeft het bedrijfsleven de rug toegekeerd. Marike van Lier Lels, Pamela Boumeester,  Jacqueline Rijsdijk  en Alexandra Schaapveld werken net als vele anderen vanaf de zijlijn als commissaris of als zzp’er.

Neem  Alexandra Schaapveld. Na haar ontslag bij Royal Bank of Scotland wilde ze niet terug naar een bank.  ‘Er zijn leukere dingen dan directeur zijn. Ik dacht niet: “ik ben tegen een muur opgelopen, doe mij maar een commissariaat”. Die strijd op topniveau vreet negatieve energie, en dat zet ik liever positiever in. Het is wel opvallend dat veel opgestapte vrouwen een commissariaat bekleden. Ieder van hen kan zo weer een directierol oppakken, maar de vraag is: heb je daar nog zin in?’

‘Vrouwen stappen soms uit het spel als ze merken dat ze minder kans op promotie maken, ‘zegt universitair hoofddocent leiderschap en gender Claartje Vinkenburg van de Vrije Universiteit Amsterdam. “Er is er weer één afgehaakt,” klinkt het dan badinerend. Ik heb een paar keer navraag gedaan bij vrouwen, bleek dat ze waren overgestapt naar een andere hogere functie of voor zichzelf waren begonnen en minstens zo hard werkten als daarvoor.’
 

Jacqueline Rijsdijk (55), was directielid bij ASR en is nu onder andere medevoorzitter van de onderzoekscommissie Rijsdijk Scheltema naar het COA

‘Ik wilde graag in de hoofddirectie van De Nederlandsche Bank, maar dat gebeurde niet. Toen ASR mij in de directie vroeg heb ik de stap gezet. We moesten het aantal medewerkers verminderen met 700 en de kosten met 100 miljoen.  Maar toen de raad van bestuur moest inkrimpen van zes naar vier personen, kon ik niet blijven.  Ik besloot om weg te gaan en ben ook wel boos geweest. Vooral de vrouwen vonden het verschrikkelijk.  De directeur wilde toch iemand die het verzekeringswezen beter kende. Hij vreesde dat er mogelijkerwijs een conflict kon ontstaan in het team. Men kwam regelmatig terug op gemaakte afspraken, waardoor dingen stroef liepen. Ik kreeg  ook tegenwerking vanuit de organisatie. Ik ging er vanuit dat de directeur mij zou steunen. Maar mijn speelruimte was kleiner dan ik had ingeschat.’