Skip to main content

Vrouw

Topvrouwen in mannenbolwerken

 

vrijdag 15 augustus 2008

Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad

Vrouwelijke topmanagers zijn haast niet te vinden in organisaties waar veel mannen werken.

Slechts een enkeling houdt het vol. Twee vrouwen over hun weg naar de top in een mannenwereld.

Ineke Stam (58) is voorzitter van Politietop Divers en was voorzitter van het college van bestuur van de Politieacademie en hoofdcommissaris van politie.

'De politietop is minder macho dan iedereen denkt. Mannen accepteren niet eenvoudig een vrouwelijke baas, maar door het uniform en de duidelijke hiërarchie staan posities niet ter discussie.

Tien jaar geleden werd ik bij de politie gevraagd wegens mijn ruime bestuurlijke ervaring in het hoger beroepsonderwijs, waar ik voornamelijk tussen mannelijke collega's heb gewerkt. Mijn komst als hoofdcommissaris leidde wel tot discussies over het lidmaatschap van de Raad van Hoofdcommissarissen. Ik had geen korps onder me en ik kwam als vrouw ook nog van buiten de organisatie. Ik heb toen een pleidooi gehouden waarom ik volwaardig lid zou moeten zijn van de Raad, wat ik met een nipte meerderheid van de stemmen ben geworden. Het glazen plafond heb ik toen echt aan diggelen moeten slaan. Maar nadat ik had laten zien wat ik in huis had, werd ik met open armen ontvangen.

De politie was een verademing na de organisatiepolitiek in het onderwijs. Nadat ik in de afgelopen jaren de vernieuwing van het politieonderwijs heb doorgevoerd, ben ik vorig jaar gestopt als voorzitter van het college van bestuur en als hoofdcommissaris. Op de teller van de dienstauto met chauffeur stond honderdduizend kilometer per jaar. Ook wil ik nog even genieten van mijn zoon, die over een paar jaar het huis uitgaat. Ik ben altijd een werkende moeder geweest. Na de geboorte van mijn tweede kind ben ik al na drie weken mijn baan als directeur personeel & organisatie gaan redden, die mijn toenmalige baas wilde opheffen.

Zwangerschap is een kritisch moment waarin je in een verpolitiekte organisatie als vrouw je baan kunt verliezen. Met anderen heb ik daar een stokje voor gestoken omdat ik tijdig gewaarschuwd werd door mijn collega's.

Ik ben het met minister Guusje ter Horst van Binnenlandse zaken eens dat er de komende drie jaar meer vrouwen in de politietop moeten. Als voorzitter van de commissie Politietop Divers zal ik haar adviseren over de benoemingsprocedure en werken aan het carrièreperspectief voor de zittende top.

Ik ben tevens voorstander van een landelijk quotasysteem om meer vrouwen aan de top te krijgen. Ik ben niet bang om kleur te bekennen en de angst voor de excuustruus deel ik evenmin, omdat ik de kwaliteitseisen niet laat vallen. Vrouwen zijn vaak zelfs beter in hun werk omdat ze meer aan zelfreflectie doen. In de top van de korpsen ontstaan de komende drie jaar vijftien vacatures. Elke korpschef moet zich afvragen waar al die vrouwen uit zijn opleidingsjaar toch zijn.'

Leanne van den Hoek (60) is generaal van de Landmacht en was in het leger de eerste vrouwelijke bataljonscommandant 

'Het glazen plafond was voor mij lange tijd onbekend, maar terugkijkend heb ik wel bepaalde keuzes gemaakt om de top te bereiken.

Nadat ik het gangbare carrièrepad had doorlopen, brak er tijdens de managementopleiding duidelijk een moment aan waarin ik mijn kwaliteiten moest tonen. Ik had het geluk dat een docent mij aanmoedigde om geen grijze muis te zijn. Ik liet mijn stem horen tijdens discussies en ik leidde verder ook verschillende werkgroepen.

Vrouwen stellen zich doorgaans onopvallend op in een mannelijke organisatie. Ze doen goed hun werk, maar laten te weinig van zich horen. Ik had wel eens het gevoel dat ik mij moest bewijzen, maar of ik harder moest werken dan mijn mannelijke collega's, dat weet ik eigenlijk niet.

Wellicht dat fouten mij eerder worden aangerekend, maar daar staat tegenover dat mijn successen breed worden uitgemeten. Als ik een goede voordracht houd, dan praat iedereen erover.

Na de opleiding heb ik functies gekozen die ertoe doen. Banen bij operationele eenheden zijn belangrijk bij de landmacht om carrière te kunnen maken en soms moet je ook een functie accepteren die niet je directe voorkeur heeft.

De meeste vrouwen worden geen bataljonscommandant, maar mij trok die baan juist wel aan. Zo heb ik drie jaar verschillende compagnieën voorbereid op uitzendingen naar onder meer Bosnië en Irak. Vervolgens heb ik een "shared service center" voor personele dienstverlening opgericht.

De top van Defensie had in die tijd grote belangstelling voor de werving en selectie van personeel, waardoor ik als leidinggevende zichtbaar werd in verschillende overlegfora. Ook heb ik een grote reorganisatie doorgevoerd binnen de personeelsdienst van de landmacht, toen was ik al generaal.

Ik heb zelf geen kinderen, maar tijdens de sollicitatierondes heb ik mannen wel eens horen zeggen dat ze een vrouw van boven de dertig maar niet moesten aannemen, omdat ze snel zwanger zou kunnen worden. Ik heb dat toen gerelativeerd: een gezin stichten mag geen reden zijn om iemand niet aan te nemen.

De rol van vrouwen in het leger vind ik van groot belang. Toen ik vorig jaar voor de eerste keer werd uitgezonden naar Afghanistan heb ik gezien dat vrouwen makkelijker contact leggen met de vrouwelijke bevolking. Vrouwen zijn over het algemeen meer mensgericht en hebben meer inlevingsvermogen. Ik word als vrouwelijke leidinggevende ook eerder in vertrouwen genomen bij ongewenst gedrag. Daarnaast hebben we ook vrouwen nodig om onze vacatures te vullen.

Om vrouwen binnenboord te houden moeten we de combinatie van werk en zorg beter regelen. Voor operationele functies en tijdens uitzendingen is dat wat lastiger, maar er zijn genoeg andere functies waarin parttime werken wel mogelijk is.'