Bloemetje helpt zieke!
dinsdag 06 februari 2007
Gepubliceerd in Info Regio
Bloemetje helpt zieke!
De ziekenboeg van het Nederlandse bedrijfsleven loopt vol. Veel MKB’ers weten niet dat gerichte aandacht voor hun personeel een hoop ellende voorkomt én veel goedkoper is.
Het aantal zieke werknemers bij Nederlandse bedrijven zit weer in de lift. Het ziekteverzuim kwam vorig jaar, inclusief zwangerschapsverlof uit op 6,1 procent. Dat is een toename van 0,1 procentpunt ten opzichte van 1999 en 0,6 procentpunt lager dan in 1993. Dat blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het verzuim is het hoogst in de gezondheidszorg (ruim 9 procent) en het laagst in de agrarische sector (4,2 procent). Oorzaken zijn onder meer een te hoge werkdruk, stress en eenzijdige fysieke belasting zoals tennisarmen en RSI.
De meeste werkgevers in het Midden- en Kleinbedrijf zijn zich onvoldoende bewust van de kosten van het ziekteverzuim. Dit blijkt uit een recent onderzoek van het NIPO voor de Rabobank. Meer dan de helft kan niet inschatten wat het kost als een werknemer een paar weken ziek is. Maar liefst 84 procent heeft daar zelfs geen idee van bij uitval langer dan een jaar. Volgens een berekening van verzekeraar Interpolis kost een ziektegeval in een bedrijf met vijf werknemers zeker een ton. Er is dan nog geen rekening gehouden met het loon van de vervanger en het productieverlies.
Veel MKB’ers ervaren uitval en ziekte van hun werknemers bovendien als zaken die buiten hun macht liggen. Volgens onderzoeksinstituut TNO schakelen ze minder vaak hulp in van deskundigen. Ook zetten ze niet snel werkaanpassingen in. Gebleken is echter dat MKB’ers de terugkeer en gezondheid van medewerkers weldegelijk positief kunnen beïnvloeden. Dat kan door snel adequate, al dan niet externe, hulp te bieden. Ze moeten bijvoorbeeld regelmatig contact onderhouden met en over de zieke werknemer. Ze kunnen een reïntegratieplan op maat opstellen of hulp inschakelen van derden. Werknemers gaan vervolgens weer aan de slag op arbeidstherapeutische basis. Ze bouwen hun werk stapsgewijs op of nemen een tijdelijke functie.
Bij grote bedrijven is het ziekteverzuimbeleid doorgaans beter geregeld. Telecombedrijf KPN bijvoorbeeld steekt veel tijd in preventie. “Alle 2700 managers krijgen een toolkit om aankomende psychische en lichamelijke klachten eerder te onderkennen”, zegt persvoorlichter Martine Kooreman. “Werknemers leren in RSI-workshops om een goede zithouding aan te nemen. Ze kunnen ook deelnemen aan een stresspreventieproject.” Directeur personeelszaken van KPN Rudi Nieuwenhoven zei onlangs in de Volkskrant dat managers moeten leren dat het goedkoper is om iemand een paar dagen naar huis te sturen of een tijdje korter te laten werken. Dat kan langdurige uitval voorkomen.
De winkelketen HEMA heeft eveneens een uitgebreid ziekteverzuimbeleid. Volgens hoofd personeelszaken Ton Broekhuizen luidt het bedrijfsmotto niet voor niets: “aandacht helpt”. HEMA streeft naar een werkklimaat waarbij veiligheid, gezondheid en welzijn een prominente plaats krijgen. Het bedrijf heeft een introductieprogramma voor alle nieuwe medewerkers, stimuleert goed gestructureerde functioneringsgesprekken en doet onderzoek naar de werkbeleving onder het Hoger Personeel en Senior Management.
Als werknemers zich onverhoopt toch ziek melden, blijven beide bedrijven zich om hun lot bekommeren. Martine Kooreman: “Als een medewerker ziek is moet de manager eerst inzicht krijgen in de klacht. Als blijkt dat deze met het werk te maken heeft dan moet er een oplossing komen. Wanneer iemand absoluut niet terug kan naar zijn werkplek, helpt het Jobcenter bij het zoeken naar een andere baan in ons bedrijf. Iemand die thuis zit met een muisarm kan je niet binnen een half jaar aan het werk zetten als de therapie niet helpt.” De HEMA zal dit jaar een pilot houden om een aantal moeilijk reïntegreerbare medewerkers weer aan het werk te krijgen. Het bedrijf vindt het erg belangerijk om bij de ziekmelding, tijdens de ziekte en bij de terugkeer gesprekken te voeren met medewerkers. Ton Broekhuis: “De zieke moet het gevoel houden dat hij of zij er nog steeds bijhoort. Dit kan door regelmatig bellen, een bloemetje of een kaartje te sturen.”
Tekst: Jessica de Jong.