Politicus worden aan de UvA?
dinsdag 06 februari 2007
Gepubliceerd in Spui, alumnimagazine UvA
Parlementariër worden aan de UvA?
Politici maken woelige tijden door. Hun partijen worstelen met normen en waarden in een samenleving, waarin een groeiend gevoel van onrust heerst. Wat drijft iemand om kamerlid te worden? Drie jonge parlementariërs die aan de UvA studeerden over hun idealen en de koers van het kabinet. Frank Heemskerk (Economie) is woordvoerder Volksgezondheid voor de PvdA. Harry van Bommel (Politicologie) is woordvoerder Buitenlandse Zaken voor de SP. Nicolien van Vroonhoven - Kok (Fiscaal Recht) houdt zich bezig met Belastingen én Kunst- en Cultuur voor het CDA.
Frank Heemskerk:
‘Iedereen kan een Rolls-Royce kopen,
maar slechts weinigen kunnen dat betalen’
“De swingende band op de introductiedagen, maakte dat ik voor de UvA viel. In mijn vrije tijd speel ik als trompetist in een funky carnavalsband, dus dat trok me wel. Studeren in hartje Amsterdam sprak me eveneens aan. Mijn studiekeuze stond toen al vast. Ik ben een echte ‘gamma’ en heb affiniteit met cijfers. Daar komt bij dat ik breed inzetbaar wil zijn. Als economiestudent hoefde ik mij nog niet direct te specialiseren en kon ik na mijn afstuderen alle kanten op. De studie was alleen te theoretisch en te weinig intensief. Als lid van de Studievereniging NOBAS en het Faculteitsbestuur heb ik me ingezet voor de verbetering van het onderwijs. Samen met studiegenoten drong ik onder meer aan op introductie van een nieuw vak. Doel was het aanleren van vaardigheden zoals presenteren en memo’s schrijven. Veel docenten waren in die tijd fel tegen contacten met het bedrijfsleven. Het initiatief van enkele studenten om sponsorgelden binnen te halen bij bedrijven was gerust taboedoorbrekend. De UvA stond toen nog bekend als een rood bolwerk; veel economiedocenten zijn van linkse huize. Denk aan voormalig PvdA-staatssecretaris Rick van der Ploeg en Jos de Beus. De Beus kan beeldend lesgeven en maakte indruk door zijn betrokkenheid bij de Faculteit en de PvdA. Van der Ploeg is zeer intelligent en blijft lastige rekenmodellen net zolang uitleggen, totdat elke student de systematiek begrijpt. De politieke bevlogenheid van sommige van mijn docenten was aanstekelijk. In 1992 werd ik lid van de PvdA en trad toe tot de vernieuwingsbeweging, Niet Nix. Later nam ik deel aan diverse politieke werkgroepen. In 2003 heb ik mijn baan in het bedrijfsleven opgezegd en ben fulltime politicus geworden. Aanleiding was mijn grote irritatie over het Kabinet Balkenende I en de klap die de PvdA bij de verkiezingen in mei 2002 had gekregen. De PvdA stond nu dus open voor nieuwe ideeën en gezichten. Ik kan me uiteraard niet vinden in de bezuinigingen van het Kabinet Balkenende II. Doelen als een hogere arbeidsparticipatie, meer eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid klinken mooi. Maar de uitwerking daarvan in de praktijk slaat nergens op. De lagere inkomens hebben minder ruimte om te kiezen en worden de dupe van dit soort ingrepen. Met andere woorden: Natuurlijk kan iedereen een Rolls Royce kopen, maar slechts heel weinigen kunnen dat betalen. Zo is de invoering van de ‘no claim’ in het ziekenfonds een bijzonder slecht idee. Als je geen enkele dokter hebt bezocht, krijg je -net als bij autoverzekeringen- het jaar erop 250 euro terug. Voor gezonde mensen pakt dit goed uit omdat ze geld erbij krijgen. Voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken wordt het leven alleen maar slechter. Als woordvoerder Stelselherziening Volksgezondheid, Economische Zaken en Financiën moet ik snel informatie tot me nemen. Handig is dat je tijdens je studie leert om argumenten te toetsen. Zo kan je snel beoordelen wat het belang is achter het verhaal van bijvoorbeeld lobbyisten. Voor een Tweede Kamerlid van een oppositiepartij is het lastig om concrete dingen te bereiken. Ik ben blij als ik burgers in contact kan brengen met de juiste mensen in de politiek of hen door kan verwijzen.”
Naam: Frank Heemskerk (1969) _ Studie: Economie _ Doctoraalexamen: 1994 _ Werk: Jan. 1995-aug 1995 onderwijs- en studieadviseur Faculteit Economische Wetenschappen & Econometrie Universiteit van Amsterdam _ 1995-dec. 2002 ABN AMRO _ 1995-1998 medewerker Economisch Bureau _ 1998-1999 personal assistant concern directeur Corporate Global Clients _ 1999-2001 divisie secretaris Resource Management _ 2000-2001 divisie secretaris Private Clients & Asset Management _ 2001- dec. 2002 vice-president Institutional Servicing Midden-Oosten, ABN AMRO Asset Management _ Jan. 2003-heden Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de PvdA _ www.pvda.nl
Harry van Bommel:
‘Overheid moet toon zetten
én verantwoordelijkheid benoemen’
“Als twintiger wilde ik alles van politiek weten. De vraag wat mensen beweegt om zich aan te sluiten bij een politieke beweging bleef me bezig houden. Ik had reeds een diploma op zak van de lerarenopleiding in Zwolle, maar wilde zo graag nog aan de universiteit studeren. Mijn lidmaatschap van de SP maakte dat ik Politicologie ben gaan studeren in Amsterdam. Het werd een boeiende tijd omdat ik veel kennis opdeed over politiek in een tijd waarin ingrijpende maatschappelijke veranderingen plaatsvonden. Zo viel na jaren van politieke stabiliteit in Nederland opeens het Tweede Kabinet Lubbers. De val van de Berlijnse Muur en het Verdrag van Maastricht leverden stof voor levendige discussies en diepgravend onderzoek. Dit was mede te danken aan sommige erudiete docenten zoals Hans Daudt, Kees Brants en Meindert Fennema. En niet te vergeten: Ellen Couvret. Zij was één van de weinige jonge vrouwen in het docententeam én gaf heel verfrissend les. We leden allebei aan slapeloosheid wat een band schiep; ik had stiekum een oogje op haar. Minder leuk was dat mijn recht op studiefinanciering voortijdig kwam te vervallen. Ik was voortdurend zenuwachtig om in geldproblemen te komen. Mijn ouders konden niets bijdragen en ik moest een baan als leerkracht zoeken. In de schoolvakanties moest ik mijn studie afmaken, waardoor ik twee jaar over mijn scriptie heb gedaan. Het duurde zo lang dat partijleider Jan Marijnissen van de SP opmerkte dat ik met mijn studie kon stoppen, maar dat wilde ik niet. Ik was toen al enkele jaren politiek actief en merkte dat dat lastig viel te combineren met overige bezigheden. Ik heb mazzel gehad dat ik op stadsdeelniveau ben begonnen, daarna gemeenteraadslid werd en uiteindelijk ben doorgegroeid tot lid van het Parlement. Mensen die uit het bedrijfsleven of de wetenschap de Tweede Kamer instappen krijgen vaak een cultuurschok. Ze springen in het diepe, terwijl geleidelijk wennen aan dit hectische bestaan prettiger is. Een parlementariër weet ‘s morgens niet waar hij ‘s avonds eet of slaapt. Hij moet in staat zijn om zich onbekende beleidsterreinen snel eigen te maken. Ik ben aanvankelijk nogal faalangstig, maar dat los ik op door me onder te dompelen in de materie. Sinds de entree van de SP in de Tweede kamer ben ik aanvankelijk aan de slag gegaan als beleidsmedewerker van onder meer Onderwijs en Defensie. Later ben ik me volledig gaan richten op Buitenlandse Zaken. Zo maak ik me sterk voor toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Turkije zal door de -sinds lang beloofte- toetreding sneller moderniseren en er zal meer economisch verkeer met Europa ontstaan. Mijn doel als politicus is duidelijk maken dat burgers wat te kiezen hebben. Als lid van een kleine partij verander je de wereld niet, maar je kunt wel laten zien dat de politiek niet één pot nat is. De overheid moet de toon zetten in de samenleving én haar verantwoordelijkheid benoemen. Dat gebeurt onder het huidige kabinet te weinig. Het beschavingsniveau van een land is af te lezen aan de omgang met kinderen, ouderen en zieken. Wat dat betreft is Nederland er de afgelopen jaren niet op vooruit gegaan.”
Naam: Harry van Bommel (1962) _ Studie: Politicologie _ Doctoraalexamen: 1994 _ 1982 -1987 Windesheim Lerarenopleiding, Zwolle _ Werk: 1992 - 1994 docent Nederlands en Engels op een MBO-school _ 1990-1994 lid van de deelraad Amsterdam Oost _ 1990-1994 voorzitter van de afdeling Amsterdam Oost _ 1990-1994 lid van het partijbestuur _ 1994-1998 gemeenteraadslid in Amsterdam 1994-1998 beleidsmedewerker bij de SP-fractie in Den Haag _ 1998-heden Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de SP _ www.sp.nl
Nicolien van Vroonhoven - Kok:
‘Niet alles op zijn beloop laten
en latere generaties met kosten opzadelen’
“Ik had reeds twee bullen op zak toen ik Fiscaal Recht aan de UvA ging studeren. Voor een promotie bij het belastingadvieskantoor waar ik werkte als juriste, was deze specialisatie nodig. Mijn werk bevond zich in Amsterdam, vandaar mijn keuze voor de UvA. Doel was om in drie jaar klaar te zijn; zo effectief mogelijk studeren maakte dat mogelijk. Vrienden maken en contacten onderhouden met de hoogleraren was er niet bij. Ik skipte de meeste colleges en studeerde thuis of op de universiteit. Ik heb veel uren bij de Oude Manhuispoort gesleten, maar dat was toch anders dan in mijn Leidse studententijd. Ik deelde toen een huis met 21 studentes, met wie ik vaak uitging. Aanvankelijk studeerde ik alleen Kunstgeschiedenis, maar ben Rechten ernaast gaan doen voor het vergroten van mijn toekomstperspectief. Mijn politieke belangstelling is pas van de laatste jaren. Toen ik nog bij het belastingkantoor werkte was ik niet politiek betrokken. Dat veranderde toen ik merkte dat ik niet als belastingadviseur wilde eindigen; zo stelde ik mijn toekomst niet voor. Ik wilde liever iets maatschappelijks doen en dacht aan de politiek. De koers van het CDA sprak mij het meeste aan. De nadruk ligt op de betrokkenheid van mensen bij de maatschappij en dat je niet alles door de overheid moet laten regelen. Ik heb toen een brief gestuurd aan de toenmalige fractievoorzitter van het CDA, Jaap de Hoop Scheffer. Toevallig stapte net de financieel beleidsmedewerker op en kon ik gelijk instappen. Met mijn overstap naar het CDA liep ik tijdens mijn studie Fiscaal Recht niet te koop. Ik wilde zo snel mogelijk afstuderen en mijn kennis inzetten voor mijn werk. Toen ik één keer beleidsmedewerker van het CDA was, wilde ik ook kamerlid worden. Dat gaat niet vanzelf. Je moet goed verworteld zijn met de partij en de juiste mensen kennen. De top van de partij moet bovendien overtuigd zijn van jouw kwaliteiten. Daarnaast is het belangrijk dat je een vak beheerst waarmee je je onderscheidt. Er is veel behoefte aan vakmensen. Het leuke is dat ik als Tweede Kamerlid al mijn vakgebieden combineer. Als woordvoerder Belastingen én Kunst en Cultuur beschik ik over een portefeuille die veel voldoening geeft. Nu ik op deze plek zit ben ik verbaasd over mijn politieke invloed. Alhoewel, burgers denken vaak dat een kamerlid alles voor ze kan betekenen, maar dat is niet zo. Individuele belangenbehartiging mag niet ontaarden in vriendjespolitiek. Ook kan ik niet aan elke subsidieaanvraag tegemoet komen. Ik hoop dat dit kabinet later bekend zal staan om zijn lef. Er is durf voor nodig om impopulaire maatregelen te nemen. Het mes wordt rigoreus in de subsidies gezet en dat komt hard aan. Bezuinigingen voorkomen niettemin dat Nederland straks met een onbetaalbaar sociaal zorgsysteem zit opgescheept. De overheid kan niet alles op zijn beloop laten en latere generaties met de kosten opzadelen. Dat betekent niet dat ruimte voor onderhandelingen volledig ontbreekt. Onlangs is een miljard euro aan extra maatregelen afgekondigd. De vakbeweging gaat daaraan voorbij en moet nu maar eens ophouden met protesteren.”
Naam: Nicolien van Vroonhoven - Kok (1971) _ Studie: Fiscaal Recht - Doctoraalexamen: 2000 _ 1989-1994 Kunstgeschiedenis Rijksuniversiteit Leiden _ 1990-1996 Rechten Rijksuniversiteit Leiden _ Werk: 1996-1997 junior belastingadviseur Arthur Andersen & Co., belastingadviseurs _ 1997-2002 beleidsmedewerker financiën CDA-fractie Tweede Kamer der Staten -Generaal _ 2002-heden lid Tweede Kamer der Staten-Generaal _ www.cda.nl
Hoe wordt je Tweede Kamerlid?
De 150 leden van de Tweede Kamer worden in de regel om de vier jaar rechtstreeks door de burger gekozen. De Tweede Kamer heeft drie belangrijke taken, waarmee een kamerlid tijdens zijn werk te maken heeft. Dit zijn het maken en goedkeuren van wetten. Het controleren van de Regering en het vertegenwoordigen van de burger. Alle wetten die de ministers willen invoeren moeten worden goedgekeurd door de Tweede- en de Eerste Kamer. De kamerleden moeten controleren of de Regering doet wat is afgesproken. Zij behoren door contacten met burgers, bedrijven en instellingen te weten wat de problemen en zorgen zijn in de samenleving.
door Jessica de Jong
2005