Skip to main content

Infrastructuur

Onderzoek benadering markt

donderdag 08 februari 2007

Andere aanpak grootschalig onderhoud

KOSMOS schakelt markt in

Rijkswaterstaat gaat in 2006 met enkele honderden miljoenen euro’s de markt op voor één van de grootste onderhoudsklussen aan de Nederlandse hoofdinfrastructuur.

Tijdens het project wordt achterstallig onderhoud aan honderden kunstwerken aangepakt. In de aanloop naar de aanbestedingen, onderzoekt het KOSMOS-projectteam, waarin verschillende RWS-diensten samenwerken, hoe de marktpartijen het best benaderd kunnen worden. De bevindingen worden niet alleen bij de Bouwdienst uitgezet, maar ook bij andere diensten binnen Rijkswaterstaat. “Als deze aanpak werkt, gaan we het vaker doen.”

De hoofdinfrastructuur in Nederland is toe aan een onderhoudsbeurt. De Bouwdienst maakt daarom in opdracht van Rijkswaterstaat een plan om de markt op te gaan. Een dergelijke uitbesteding heeft nog niet eerder op deze schaal plaatsgevonden en vraagt om een grondige voorbereiding. In het project KOSMOS (Kunstwerken Onderhoud in Samenwerking met de Markt onder Systeemgerichte contrcatbeheersing) werken diverse RWS-diensten samen aan een aanpak, waarbij maximaal de markt aan het werk wordt gezet en minimaal de inzet van Rijkswaterstaat nodig is. De uitvoering van het onderhoud wordt aangestuurd vanuit de Regionale Projecten Centra.

De marktgerichte werkwijze van KOSMOS, komt niet uit de lucht vallen. Rijkswaterstaat heeft te maken met personele krimp en kan de meeste werkzaamheden niet zelf uitvoeren. Daar komt bij dat de overheid een andere positie inneemt ten aanzien van de markt. “Tijden veranderen; er gelden inmiddels andere verhoudingen,” zegt KOSMOS-projectleider Wim Anemaat van de Bouwdienst. “We hebben onze handen vol aan deskundig opdrachtgeverschap. We verrichten niet langer werkzaamheden, die de markt ook kan doen. Maar daar is niks mis mee. Als deze aanpak werkt, gaan we het vaker doen.”

Exceptioneel

Onderhoud aan de infrastructuur stond de afgelopen jaren onder druk. Anemaat: “Rijskwaterstaat kon niet meer voldoen aan de hoge onderhoudsstandaard. Maar dat leverde geen concessies aan de veiligheid op.” Tijdens de onderhoudsbeurt aan het hoofdwegennet, die van start gaat in 2006, vindt zowel achterstallig als regulier variabel onderhoud plaats aan honderden kunstwerken. Het betreft zowel droog als nat onderhoud.

Voor de grootschalige onderhoudsklus is de komende jaren vier keer zoveel geld beschikbaar gesteld. De minister van Verkeer & Waterstaat heeft een bedrag van enkele honderden miljoenen euro’s beschikbaar gesteld. Met dit geld kunnen marktpartijen tussen 2006 en 2010 groot onderhoud aan het hoofdwegennet in Nederland wegwerken. Volgens Anemaat is het beschikbaar gestelde bedrag voor onderhoud wel veel, maar niet exceptioneel. “Er gaat jaarlijks veel geld om in infrastructuur in verband met de aanleg van nieuwe wegen en regulier onderhoud. Daar betaal je voor.”

Werkpakketten

Het KOSMOS-projectteam bestaat uit een kernteam van tien leden en circa vijftig medewerkers van alle geledingen bij Rijkswaterstaat. De teamleden hebben hun werkzaamheden over vijf deelprojecten verdeeld. In het eerste project worden de werkpakketten samengesteld, waarin de verschillende kunstwerken uit een gebied gebundeld zijn. Anemaat: “We gaan niet elke brug apart aanpakken, anders wordt het project onbeheersbaar.” Het tweede deelproject richt zich op het funtioneel specificeren van het onderhoud. “Het is nodig om op gebruiksniveau te beschrijven wat het probleem is. We timmeren de omschrijving niet dicht, maar geven alleen de randvoorwaarden aan. De rest laten we invullen door de aannemer.”

In het contract met de markt zijn duidelijk afspraken nodig. Het KOSMOS-team ontwikkelt daarom in het derde deelproject een contractsysteem om de voortgang te beoordelen. In het contract staan zaken vermeld als een probleembeschrijving, de datum van oplevering en de randvoorwaarden. “Dit systeem is nodig omdat het contract anders niet te besturen valt,” legt Anemaat uit. “Er kunnen bijvoorbeeld onduidelijkheden ontstaan over verantwoordelijkheden als het onderhoud duurder uitvalt. De aannemer kan denken dat hij iets krijgt voorgeschreven, terwijl hij zelf verantwoordelijk is.”

Spelregels

Doel van het vierde deelproject is het voorkomen van verkeershinder. De projectleden stellen  spelregels op en maken kaders waarin staat wat wel en niet mag. Daarnaast bedenken zij een communicatiestrategie voor verkeershinder. Anemaat: “Als je dit onderdeel verkeerd aanpakt, moet je het hele land platleggen. Een goed doordacht verkeersplan voorkomt dat.” In project vijf is ruimte voor monitoring en rapportage. “We onderzoeken voor de minister hoe we snel inzichtelijk kunnen maken wat de voortgang is van de verschillende projecten en hoe het geld wordt besteed.”

De vijf KOSMOS-projecten liggen keurig op schema; ze vinden gefaseerd plaats. In de eerste fase van februari tot juli 2005 zijn de voorwaarden gecreeërd om de markt te benaderen voor de uitvoering van het grootschalige onderhoud. In de tweede fase tussen juli en oktober 2005 worden offertes aangevraagd op de markt voor de diverse werkpakketten. In de derde fase vanaf november 2005 wordt een markpartij geselecteerd voor opdrachtverlening. Tevens wordt een risico-inventarisatie gemaakt en een beheersingsplan. In de laatste fase tussen 2006 en 2007 gaat de uitvoering van start. In die periode vinden monitoring en evaluatie plaats.

Draagvlak

“Dat het zo snel zou gaan, had ik niet verwacht,” zegt Anemaat. Volgens hem zetten de personele krimp en de nieuwe werkwijze de medewerkers van de Bouwdienst behoorlijk onder druk. De Bouwdienst heeft veel kennis in huis en het is voor veel mensen lastig om het werk over te laten aan de markt. “In het begin hadden we veel haast en vergaten te communiceren over het project. Dat doen we nu wel. KOSMOS heeft een eigen website, een nieuwsbrief en zet ambassadeurs in de regio’s in. Het draagvlak wordt hierdoor groter bij de Regionale Directies, die straks de aannemers moeten begeleiden. Het is belangrijk om goed met hen te communiceren, zodat ze weten wat er op hen afkomt.”

Of de markt er klaar voor is moet nog blijken. Anemaat: “De branche zegt van wel, maar de tijd zal het leren. Aannemers willen zeker zijn dat risico’s te beprijzen zijn. Ook staan ze niet te springen om als onderaannemer aan de slag te gaan.” Marktconsultatie moet de aannemers over de streep trekken. De Bouwdienst is daarom al enige tijd in gesprek met de markt. “We leggen uit wat Rijkswaterstaat van de markt verwacht en vragen wat de markt van ons verwacht. Wij willen dat de markt straks ook met onze werkpakketten aan de slag gaat. Als dat niet gebeurd, gaat het hele project niet door. Maar zoals de voorwaarden er nu liggen, denk ik dat het kan. Met wederzijds vertrouwen gaat het zeker lukken.”

door Jessica de Jong