Startersfonds schept werk
vrijdag 09 februari 2007
Gepubliceerd in info Regio
Startersfonds schept werk
De Gemeente Amsterdam en de Rabobank gaan de komende jaren kleine leningen verstrekken aan startende ondernemers. De twee willen zo het dalende aantal starters weer omhoog brengen.
Veel startende ondernemers hebben moeite met het vinden van een lening. Zij stuiten bij banken vaak op onwil om hun bedrijfsplannen te financieren. Starters hebben zich nog niet kunnen bewijzen als zelfstandig ondernemer. Bovendien gaat het soms om een product waarvan het onzeker is of de verwachte vraag ernaar werkelijk tot stand zal komen.
Ondernemers die een steuntje in de rug zoeken, kunnen terecht bij het Startersfonds Amsterdam. Het fonds is een initiatief van de Gemeente Amsterdam, de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam en de Rabobank. Het totale beschikbare bedrag bestaat uit 700.000 euro, waarmee 1,8 miljoen euro aan kredieten kan worden verstrekt. Per ondernemer is maximaal een financiering van 35.000 euro beschikbaar. Ongeveer 35 bedrijven kunnen aanspraak maken op het fonds.
Sterrenhemel
De aftrap van het Startersfonds vond plaats op twintig april 2004 bij Euronext te Amsterdam. Circa vijftig genodigden zijn op deze zomerse dag bijeen in het Beursgebouw op Beursplein 5. Voorafgaand aan de borrel nemen de gasten plaats in een modern zaaltje met sterrenhemel en kijken vol verwachting naar een cabaretduo dat de spits afbijt. Het programma bestaat verder uit twee toespraken over de noodzaak van het fonds.
“De aanwas van nieuwe bedrijven is een must,” zegt Erik van den Bosch, directeur Advies Rabobank Amsterdam en Omstreken. “Het is een randvoorwaarde voor economische groei en werkgelegenheid. Wij moeten starters daarom koesteren en helpen. De Rabobank onderzoekt tevens de start van een Amsterdamse Starters Academie.”
Levensvatbaar
Niet iedereen is welkom. Het fonds is bedoeld voor starters die onvoldoende eigen middelen hebben, maar geen lening krijgen bij een bank. Hun bedrijf moet gevestigd zijn in Amsterdam, levensvatbaar zijn en minder dan twee jaar bestaan. Ook moet het bedrijf banen scheppen. “We maken het starters niet te makkelijk,” zegt Frits Huffnagel, wethouder Economische Zaken van de Gemeente Amsterdam. “Dat zou een verkeerd signaal zijn.”
Wie een lening uit het fonds wil, moet een aanvraag indienen. Dit kan bij startersorganisaties in Amsterdam. Als de aanvraag aan de voorwaarden voldoet, wordt een overeenkomst gesloten met de ondernemer. Huffnagel: “De startersorganisaties dienen als een soort zeef. Goede aanvragen doorstaan de test, slecht gefundeerde aanvragen vallen af. Ook dat hoort bij het ondernemersvak.”
Tekst: Jessica de Jong.
[Kader:] Wie is starter?
De gemiddelde starter is 36,5 jaar oud en is steeds vaker hoog opgeleid. Eén op de vier starters is vrouw. Daarnaast is het aantal allochtone starters in de afgelopen jaren verdrievoudigd. Een kwart kan het hoofd net boven water houden. Twaalf procent heeft onvoldoende inkomsten om van te leven. Na twee jaar is een kwart van de gestarte bedrijven gestopt en na vijf jaar is dat aantal verdubbeld. In 2003 gingen 50.000 bedrijven van start; dat zijn er tienduizend minder dan in 2001.
Voor informatie:
www.loket.amsterdam.nl,
020-346 08 33,
door Jessica de Jong