Skip to main content

Vrouw

Commissaris worden aan de UvA?

dinsdag 06 februari 2007

Gepubliceerd in SPUI

Commissaris worden aan de UvA?

Alledrie studeerden ze aan de UvA. Nu behoren ze tot de machtigste zakenvrouwen van Nederland. Hoogleraar Annemieke Roobeek (Politicologie) is lid van de Board van Fortis. Interim-manager Ella Vogelaar (Onderwijskunde) is als eerste vrouw Voorzitter van de Raad van Commissarissen bij Unilever. Advocate Els Swaab (Rechten) houdt toezicht bij De Nederlandsche Bank. Zonder hun kritische instelling hadden ze het nooit zo ver geschopt.

Annemieke Roobeek:

‘Als politicologe leerde ik om machtsverhoudingen te doorzien’

‘Mijn honger naar kennis maakte dat ik als studente Politicologie veel meer vakken volgde dan nodig was. Ik ging razendsnel. Ook schreef ik me in bij Filosofie en was actief in de studievereniging Macchiavelli. Naast het vergaren van theoretische kennis bij mijn afstudeerrichting Internationale Betrekkingen, wilde ik praktijkervaring opdoen. Hoogtepunt waren de -toen nog ongebruikelijke- stages. Zo nam ik deel aan een diplomatenklasje bij het Europees Parlement, bestudeerde de sociale bewegingen in Duitsland en hield me bezig met het buitenlands beleid in de Tweede Kamer. Mijn grootste leermeester was én is de Duitse hoogleraar Gerd Junne. Hij liet eind jaren zeventig een nieuwe wind waaien aan de linkse Faculteit der Sociale Wetenschappen. Hij stimuleerde de studenten tot een actievere houding én dwong respect af door al heel snel college te geven in het Nederlands. Boeiend waren de colleges van Meindert Fennema en Hans Keeman bij wie ik zenuwachtig mijn eerste tentamen aflegde, maar opgelucht en gelukkig een ‘negen’ kreeg. Als politicologe leerde ik complexe maatschappelijke vraagstukken ontrafelen en machtsverhoudingen doorzien. Juist in het bedrijfsleven is een politicoloog in het voordeel omdat hij zowel economische als politieke drijfveren snel kan doorgronden. Zo ben ik sinds mijn vierendertigste toezichthouder bij Bankverzekeraar Fortis. In dezelfde periode bekleedde ik diverse nevenfuncties in andere bedrijven. Als commissaris moet ik erop toezien dat de directeuren zich aan de regels houden én dat het bedrijf op een transparante wijze verantwoording aflegt aan de aandeelhouders. Drie jaar geleden merkte ik echter dat ik teveel vergaderde. Ik wilde als vernieuwende ondernemer meer tijd vrijmaken voor het opzetten van gedurfde projecten. Mijn loopbaan heeft zeker bijgedragen tot mijn benoeming als commissaris. Ik ben geen lid van een politieke partij en stel me onafhankelijk en authentiek op. Ik laat me bovendien niet imponeren door mannen in pak. Zelf zie ik er leuker uit! Net als de commissie Tabaksblat ben ik van mening dat een bestuurder niet meer dan vijf commissariaten moet bekleden. Een toezichthoudende functie bij een beursgenoteerd bedrijf is geen erebaantje, maar betekent hard werken en altijd beschikbaar zijn. Bij de verkoop van een belangrijk deel van de aandelen van PCM Uitgevers was ik betrokken bij ingrijpende veranderingen in de onderneming. Een goede commissaris is onafhankelijk, kritisch en houdt de lange termijn in de gaten. Hij of zij speelt geen spelletjes en neemt kennis van de verschillende standpunten. Sociale intelligentie tenslotte is belangrijker dan louter kennis van financiën. Cijfers kunnen liegen, maar als je scherp bent en de onderneming van binnen kent, kun je snel de juiste vragen stellen. Ik pleit voor meer verjonging en diversiteit in de Raden van Commissarissen. In een kenniseconomie is het van groot belang dat de toezichthouders van een organisatie ín de maatschappij staan en op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen. Naast mijn hoogleraarschap aan Universiteit Nyenrode geef ik als directeur-eigenaar van adviesbureau Open Dialogue leiding aan grootschalige, complexe veranderingstrajecten in (internationale) ondernemingen, non-profit organisaties en de overheid. Tevens ben ik directeur en oprichter van MeetingMoreMinds dat onder mijn leiding netwerkvorming tussen bedrijven bevordert. Mijn ‘leitmotiv’ is grensverleggend bezig zijn door nieuwe concepten rond strategie en innovatie te bedenken én deze -net als tijdens mijn studie- direct in de praktijk toe te passen.’

Naam: Annemieke Roobeek (1958) _  Studie: Politicologie _  Doctoraalexamen: 1983 _ Werk: 1983-1988 promotieonderzoek _ 1989-2001 KNAW onderzoeker 1994-1996  hoogleraar grootstedelijke vraagstukken en tot 2001 directeur van STAR-UvA aan de UvA _ 1989-1997 hoogleraar op de Verolme Leerstoel voor Technologie en Economie Universiteit Nyenrode _  1997-heden hoogleraar Strategie en Transformatiemanagement Nyenrode _ 1996-heden directeur-eigenaar Open Dialogue _ 1999- heden directeur-oprichter MeetingMoreMinds _ 1994-heden diverse bestuursfuncties bij onder meer Fortis, Aedes- Vereniging van Woningcorporaties en PCM Uitgevers _  www.meetingmoreminds.com

Ella Vogelaar:

‘Mijn taak is om een klankbord te zijn voor de directie’

‘Als boerendochter uit Zeeland was de stap naar de Universiteit te hoog. Ik koos daarom na de middelbare school voor de HBS en de Sociale academie. Pas op mijn negenentwintigste schreef ik me in voor de avondstudie Onderwijskunde. Ik studeerde met twintig anderen na mijn werk. Sommige hoorcolleges waren vreselijk. Dan stond er zo’n onverstaanbare man achter zijn microfoon te brabbelen, wat niet boeide. Het is shockerend dat nota bene bij Onderwijskunde zo slecht les werd gegeven. Veel leuker waren de werkgroepen onder leiding van Fons van Wieringen, voormalig minister Jos van Kemenade en Lea Dasberg. Ik heb er vier studievrienden aan over gehouden met wie ik nog steeds contact heb. Mijn hart ligt bij de inhoud van het onderwijs. Vraagstukken die me destijds bezig hielden, hadden te maken met de achterstandsproblematiek en een grotere toegankelijkheid tot het hoger onderwijs. Ik voelde me echt een onderwijskundige, totdat ik bij de FNV terechtkwam. Als bestuurder bij de vakbond kon ik op verschillende terreinen bezig zijn en beschikte over een ruim takenpakket. Mijn behoefte aan diversiteit maakte dat ik enkele jaren geleden bewust geen manager van één organisatie ben geworden. Sinds juli 2000 ben ik werkzaam als zelfstandig adviseur/interim-manager. Ik adviseer overheden, organisaties en bedrijven over arbeidsmarktbeleid, sociale zekerheid, onderwijsvraagstukken en inburgering. Daarnaast vervul ik een groot aantal nevenfuncties, waaronder het voorzitterschap van de Raad van Comissarissen van Unilever Nederland. Door mijn brede bestuurlijke ervaring ben ik voor veel bedrijven interessant als toezichthouder. Ik breng een eigen kijk op zaken mee en breng directeuren uit verschillende werelden met elkaar in contact. Volgens de commissie Tabaksblat moet een commissaris niet teveel functies bekleden. Dat doe ik formeel ook niet, omdat het veelal geen beursgenoteerde bedrijven betreft. Alhoewel ik geen zware baan heb, vind ik wel dat ik een grens bereikt van wat verantwoord is. De verantwoordelijkheid van een commissaris is door de code Tabaksblat in formele zin niet toegenomen, maar in de praktijk zeer zeker. Bestuurders stellen zich veel actiever op dan vijf jaar geleden. Bij alle bedrijven en organisaties waarbij ik betrokken ben, staat naleving van de code Tabaksblat op de agenda. De Raad van Commissarissen gaat na of de aanbevelingen in voldoende mate zijn opgevolgd. Zo niet, dan leidt dat tot aanpassingen in de werkwijze. Zelfs bedrijven die niet aan de beurs genoteerd staan nemen de nieuwe aanbevelingen als uitgangspunt. Gechargeerd gezegd is het commissariaat van een ‘erebaan’ geherdefinieerd tot een zeer verantwoordelijke functie. Een commissaris is verantwoordelijk voor het vaststellen van de jaarcijfers, het beloningsbeleid en de benoeming van de directeur. Door de code Tabaksblat ben ik met name alerter geworden wat het financiële reilen en zeilen van organisaties betreft. Tevens denk ik mee over de strategie, de arbeidsvoorwaarden en reorganisaties. Kortom, naast het uitvoeren van de wettelijke taken is mijn functie vooral om een klankbord te zijn voor de directie, maar ik ga niet op hun stoel zitten.”

Naam: Ella Vogelaar (1949) _  Studie: Onderwijskunde _  Doctoraalexamen: 1987 _ Werk: 1972-1980 vormingswerker werkende jongeren én adjunct-directeur vormingswerk werkende jongeren _ 1980-1994 bezoldigd bestuurder ABOP (Onderwijsbond FNV) _ 1988-1994 voorzitter ABOP _ 1994-1997 vice-voorzitter FNV _ 1997-2000 landelijk projectmanager SWI _  2000-heden zelfstandig adviseur/interim-manager, projectleider Taskforce Inburgering en voorzitter van de Brancheorganisatie voor Reïntegratiebedrijven _ 1998- heden diverse nevenfuncties bij onder meer Unilever, Rotterdams Havenbedrijf en elektriciteitsbedrijf Electrabel

Els Swaab:

‘Mijn juridische achtergrond komt goed van pas als toezichthouder’

‘De liefde voor het Nederlands Recht is aangewakkerd tijdens mijn studie. Ik wist niet wat ik wilde studeren. Maar Rechten leek me een vak met diepgang, waarmee ik alle kanten opkon. Ik werd vooral gegrepen door Bestuursrecht. Tijdens dit vak werd de nieuwe wet AROB (Administratieve Rechtspraak Overheids Beschikkingen) behandeld. Deze wet maakte voor het eerst beroep mogelijk tegen de overheid voor burgers en bedrijven. Als advocate had ik door dit vak een stapje voor op de rest, omdat niemand nog iets afwist van die wet. De colleges werden gegeven door boeiende docenten als Wim Duk, Rob Loeb en Peter Nicolai. Ik was  geen echte student toen ik begon, omdat ik al vijfentwintig was. Ook was ik Tolk-vertaler Engels en directeur-eigenaar van een agentschap voor buitenlandse reclame filmers en fotografen. Bovendien regelde ik zelf mijn ‘beurs’ door mijn bedrijf te verkopen. Ik koos aanvankelijk uit praktische overwegingen voor de Vrije Universiteit, omdat ik in de buurt woonde. Maar al snel voelde ik me als atheïst niet thuis in dat christelijke klimaat. De UvA sprak meer aan, ook omdat mijn vader, broer en grootvader hier hebben gestudeerd. De sfeer was prettig; heel verschillende mensen gingen op een open en ontspannen manier met elkaar om. Na mijn studie kon ik direct als stagiaire aan de slag bij advocatenkantoor Boekel De Nerée. Bij dit bedrijf raakte ik pas echt verslingerd aan het juristenvak en heb ik diverse functies bekleed. Mijn praktijk heeft zich inmiddels toegespitst op arbitrage en mediation op het gebied van samenwerkingsverbanden. Mijn juridische achtergrond en jarenlange ervaring als advocate komen goed van pas bij het vervullen van diverse nevenfuncties. Zo ben ik toezichthouder van De Nederlandsche Bank. Hoewel dit geen beursgenoteerd bedrijf is, moet het zich net zo goed aan de wet én de regels voor goed bestuur houden. De directie moet een commissaris voldoende informeren over de gang van zaken in het bedrijf. De commissaris moet erop toezien dat het voorgenomen beleid wordt uitgevoerd. Dat betekent kritisch doorvragen en geen genoegen nemen met vage antwoorden. Zo heb ik bij de fusie tussen de Nederlandsche Bank en de Pensioen en Verzekeringskamer onder andere gekeken of wel zorgvuldig werd omgegaan met de belangen van werknemers. En dat gebeurde. Ik verwacht overigens niet dat er meer toegewezen claims komen door de code Tabaksblat. Maar het verschijnsel dat bestuurders en commissarissen steeds vaker aansprakelijk worden gesteld voor fouten is betreurenswaardig. Professionals gaan zich daardoor steeds meer indekken en nemen geen risico’s meer. Niet iedereen is geschikt als commissaris. Toezichthouders moeten een zekere leeftijd bereikt hebben en hun sporen verdiend hebben in het bedrijfsleven. De old boys hoeven dus niet per se weg, maar er moeten meer old girls in. Zelf heb ik mijn commissariaat bij de Nederlandsche Bank te danken aan Prins Claus. Bij zijn vertrek op tweeënzeventig jarige leeftijd, stond hij erop dat een vrouw hem zou opvolgen. De heren van de bank kozen daarop Willem Alexander. Prins Claus was heel blij met deze keuze, maar hield vol dat er naast zijn zoon toch écht ook  een vrouw benoemd moest worden. Toen ik vroeg waarom ze bij mij waren uitgekomen luidde het antwoord: “Jij staat bekend als een goed jurist én een integer mens.” ’

Naam: Els Swaab (1946) _  Studie: Rechten _  Doctoraalexamen: 1977 _ Werk: 1968-1973 oprichter agentschap buitenlandse reclame filmers en fotografen _ 1977-heden advocaat Boekel De Nerée _  1977-1980 stagiaire _ 1980-1983 medewerker _ 1983-2001 compagnon _ 1995-2001 voorzitter van het bestuur en managing partner _ 2002-heden arbiter/ mediator en voorzitter van diverse geschillencommissies _ 1992-1995 Deken van de Orde van Advocaten te Amsterdam _ 1988-heden diverse nevenfuncties bij onder meer De Nederlandsche Bank, het Kadaster en de Stichting Democratie en Media (grootaandeelhouder van uitgever PCM) _ www.boekeldenerée.nl

Hoe word je commissaris?

Het ambt van comissaris is geen beroep, maar een nevenfunctie naast een baan. Een commissaris moet erop toezien dat het bedrijf de juiste koers vaart en de bestuurders goede beslissingen nemen. Door enkele boekhoudschandalen zijn er sinds 2004 nieuwe spelregels van kracht voor commissarissen, bestuurders en aandeelhouders. Deze code, die is samengesteld door de commissie onder leiding van oud-bestuurder Morris Tabaksblat, bevat een pakket aanbevelingen voor goed ondernemingsbestuur en legt onder andere meer macht bij de aandeelhouders van een bedrijf. Alleen mensen die hun sporen in het bedrijfsleven hebben verdiend komen voor deze ‘erebaan’ in aanmerking. Ze worden gevraagd door de top van een bedrijf of voorgedragen door de ondernemingsraad.

door Jessica de Jong 

2005