Werkende moeders: laat je niet gek maken!
dinsdag 05 juni 2012
Opiniestuk gepubliceerd in Trouw
Het gezeur van de moedermaffia mag geen excuus zijn om geen carièrre te maken of door te zwoegen in een topbaan.
‘Hoe moet het nu met je carrière?’ ‘Ga je minder werken?’ ‘Bij twee kinderen vier dagen blijven werken is wel veel.’ Het zijn dit soort opmerkingen waardoor werkende moeders in Nederland naar eigen zeggen gaan twijfelen over hun drukke baan. Op Moederdag legt een Trouw-redacteur de vinger op de zere plek: waarom laat zijn zwangere vrouw zich overladen met schuldgevoelens over haar werk door haar vriendinnen? Zelfs als hij haar helpt bij de zorg.
Werkende moeders moeten zich niet zo onzeker laten maken. Ze trekken het zich vaak teveel aan als anderen hen de maat nemen over het moederschap. Ze gaan bijvoorbeeld twijfelen over de haalbaarheid van een vierdaagse werkweek. Ze stellen vervolgens uit faalangst hun oorspronkelijke plannen bij. Het maakt kennelijk niet uit waaruit de onderlinge afspraken met hun partner bestaan: ze zijn meer bezig met wat de rest van de wereld zal denken.
Alle ruis op de lijn is grofweg onder te verdelen in drie soorten kattige opmerkingen. De eerste kat speelt in op de angst om teveel hooi op de vork te nemen (‘Ren je niet te hard?’) De tweede kat appelleert aan de diepgewortelde vrees om een ontaarde moeder te zijn (‘Waarom neem je anders kinderen?’). De derde kat trekt de betrokkenheid bij het werk in twijfel als een vrouw tijdelijk minder op kantoor is. (‘En bevalt het thuis?’). Kortom, of een moeder nu hard werkt of veel bij haar gezin is: ze doet het toch nooit goed.
Dergelijke commentaren zijn uiteraard vervelend en slaan vaak nergens op. Maar andere vrouwen oproepen om eens op te houden met hun gekat heeft geen enkele zin. Ze veranderen toch niet. Het gezeur van de moedermaffia en feministes mag dus geen excuus zijn om geen carrière te maken, of door te zwoegen in een topbaan. Haal eens je schouders op, en wees niet zo beïnvloedbaar. Laat je door niemand het gevoel aanpraten een slechte moeder te zijn.
De ideale ouder bestaat niet
Werkende moeders moeten zich bovendien realiseren dat de ideale ouder niet bestaat. Zolang kinderen hun natje en hun droogje krijgen, én zich in hun gezin gezien weten, is er al veel bereikt. Kinderen opvoeden is nu eenmaal andere koek dan naar perfectie streven op het werk. Hoe goed een moeder ook haar best doet om het haar nageslacht aan niks te laten ontbreken: uitgerekend van haar bloedeigen kinderen zal ze later toch wel kritiek kunnen verwachten, en dat mag best.
Het belangrijkste is dat vrouwen samen met hun partner op een prettige manier werk- en zorgtaken verdelen. Wat verwachten ze van elkaar en hoe gaan ze dat regelen? En past het plan ook nog bij de gezinssituatie als er meer kinderen komen? Mocht later blijken van niet, kunnen werktijden altijd nog aangepast worden aan de nieuwe situatie. Tot die tijd moeten vrouwen zich niet in een slachtofferrol laten drukken, maar hun eigen plan trekken zonder inmenging van de buitenwacht.
Jessica de Jong schrijft over vrouwelijk leiderschap en is met bevallingsverlof van haar derde kind als ze dit stuk schrijft